Vonnis van 23 januari 2008 van de rechtbank Maastricht, sector kanton: Onderscheid op grond van Wet VPL, direct leeftijdsonderscheid?

Eisers stellen dat door onderscheid te maken tussen 56-minners en 56-plussers het ABP een direct leeftijdsonderscheid maakt en dat het ABP de gecreëerde lasten op onrechtvaardige wijze verdeelt. De kosten voor het handhaven van de vervroegde uittredingsregeling voor 56-plussers, becijferd op 12 miljard euro, moeten hoofdzakelijk, voor 95% door de 56-minners opgebracht worden die zelf niet meer van de vervroegde uittredingsregeling gebruik kunnen maken. Het aldus enerzijds uitsluiten van een groep mensen op basis van hun geboortedatum en het vervolgens opleggen van bijzondere lasten juist op deze groep, bijna uitsluitend ten behoeve van een andere groep mensen, is discriminatoir, disproportioneel en vermijdbaar. Dit is verboden op grond van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid, beroep en beroepsonderwijs, artikel 1 (Stb 2004,90; verder: WGBL), artikel 1 Grondwet en artikel 26 International verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. De kantonrechter heeft de vordering van eisers afgewezen.

Aldus gewezen door mr. drs. W.G.A.M. Veugelers, kantonrechter-plaatsvervanger en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting van 23 januari 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.

Meer actualiteiten

Altijd op de hoogte

De ontwikkelingen in ons vakgebied staan nooit stil. Wij vinden het bijzonder belangrijk om zowel op de hoogte te zijn van deze ontwikkelingen, als deze kennis te delen en te onderbouwen. Hieronder vindt u verschillende artikelen, publicaties en uitspraken rondom pensioenrecht en aanverwante rechtsgebieden.

Meer nieuws
Tags: