22 jun Uitvoerbaarheid nettopensioenregelingen bij pensioenfondsen
Tijdens het Algemeen Overleg Pensioenonderwerpen is aandacht besteed aan de problematiek omtrent de uitvoerbaarheid van nettopensioenregelingen bij pensioenfondsen. Sinds 1 januari 2015 is het niet langer mogelijk om pensioen op te bouwen in de (bruto) basispensioenregeling voor het deel van het pensioengevend salaris dat uitgaat boven een grens van € 100.000,- (geïndexeerd). Daarvoor in de plaats is de mogelijkheid geïntroduceerd om een oudedagsvoorziening op te bouwen via een nettolijfrente of nettopensioen.
Ook pensioenfondsen mogen deze nettopensioenregelingen uitvoeren. Het vermogen uit de bruto basisregeling en de nettoregeling vormen één financieel geheel. Hierbij is het van belang dat wordt voorkomen dat de ingebrachte brutopremies de onbelaste uitkeringen van de nettoregeling subsidiëren (“fiscale hygiëne”). Om deze fiscale hygiëne te waarborgen, zijn complexe regels van toepassing.
In de praktijk leidt dit tot problemen rond de uitvoerbaarheid van nettopensioenregelingen door pensioenfondsen. Staatssecretaris Klijnsma gaat hier in haar brief van 13 juni 2017 nader op in. Doordat deelnemers aan de nettopensioenregeling bij pensioenfondsen verplicht zijn om het nettopensioen in te kopen in de basisregeling van het pensioenfonds tegen de risicovrije rente, moet hierbij een opslag worden betaald ten behoeve van het vereist eigen vermogen, ongeacht de feitelijke vermogenspositie van het fonds. Staatssecretaris Klijnsma wijst erop dat dit als onwenselijk gevolg heeft dat de deelnemer hierdoor in voorkomende gevallen meebetaalt voor een mate van zekerheid die hij op dit moment, gegeven de huidige stand van de dekkingsgraden, feitelijk niet krijgt. Klijnsma draagt vervolgens een oplossingsrichting aan, namelijk aanpassen van het inkooptarief voor nettopensioen en introduceren van een wettelijke keuzemogelijkheid voor een andere aanbieder in de uitkeringsfase (‘shoprecht’).
In het voorstel van de staatssecretaris worden inkooptarieven dekkingsgraadafhankelijk, met daarbij drie aanvullende voorwaarden:
1) er wordt een ondergrens van het minimaal vereist eigen vermogen (104,3%) gehanteerd,
2) er wordt geen bovengrens gehanteerd (inkooptarief is afhankelijk van dekkingsgraad) en
3) het procentuele inkooptarief voor nettopensioen moet minimaal gelijk zijn aan de feitelijke premie in de basispensioenregeling, uitgedrukt als percentage van de daarmee ingekochte jaarlijkse pensioenaanspraken.
Deze voorwaarden moeten waarborgen dat deelnemers aan een nettopensioenregeling bijdragen aan het herstel van de dekkingsgraad van een fonds tot in ieder geval het minimaal vereist eigen vermogen. Tevens wordt geborgd dat vanuit de basispensioenregeling niet meer wordt bijgedragen aan het herstel van de dekkingsgraad dan vanuit de nettopensioenregeling bij inkoop.
Daarnaast wordt voorgesteld om het shoprecht ook mogelijk te maken voor nettopensioenen bij pensioenfondsen. Dit maakt het mogelijk om met het opgebouwde nettopensioenkapitaal bij een andere uitvoerder een levenslang pensioen in te kopen.
Het streven is om bovengenoemde maatregelen per 1 januari 2018 van kracht te laten worden. In afstemming met het pensioenveld zal worden onderzocht of en in hoeverre het mogelijk is om de huidige deelnemers die met deze problematiek geconfronteerd worden tegemoet te komen.
Meer actualiteiten
Toeslagverlening (indexatie) is hot!
Toeslagverlening (indexatie) is hot!
17 oktober, 2024De carve-out; de elegantste bocht op de pensioenpiste?
In de Tweede Kamer is driftig gediscussieerd over alternatieven voor het invaren. Zo is een “ingroeivariant” voorgesteld door Agnes Joseph van NSC en pleit NSC voor deelnemersreferenda over invaren. E
22 april, 2024- 16 januari, 2024
Schema uitvoering Wet toekomst pensioenen
Belangrijke momenten bij de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel
02 juni, 2023Gerechtshof: “pech met omrekenfactoren” was geen communicatiefout
In deze zaak waarbij Corine Hoekstra betrokken was, oordeel het Hof dat het Algemeen pensioenfonds KLM niet twee deelnemers apart, persoonlijk hoefde te wijzen op aanpassingen in de omrekenfactoren, d
17 maart, 2022Uitspraak Rechtbank Noord-Holland 26 oktober 2021, instemmingsrecht ondernemingsraad bij beëindiging uitvoeringsovereenkomst
De ondernemingsraad heeft geen instemmingsrecht als het pensioenfonds de uitvoeringsovereenkomst opzegt.
01 februari, 2022Wanneer vangt een verjaringstermijn aan in pensioenzaken?
De laatste jaren zijn weer een aantal belangwekkende uitspraken gedaan ten aanzien van verjaring van vorderingen ten aanzien van pensioenzaken. Jeroen Los schreef daarover een bijdrage in TAP 2021/256
14 december, 2021Webinar Pensioen en arbeidsongeschiktheid op donderdag 18 november 2021
Webinar Pensioen en arbeidsongeschiktheid op donderdag 18 november 2021 van 16.00 tot 17.00 uur
04 oktober, 2021Roel Veugelers was tijdens het Zwitserleven Pensioenevent gespreksleider bij de workshop “Buy-out”
Roel Veugelers was tijdens het Zwitserleven Pensioenevent gespreksleider bij de workshop “Buy-out”. Moet een pensioenfonds onderzoeken of een buy-out interessant is? Kan een verzekeraar maatwerk biede
08 juli, 2021‘Verzekerde pensioenregelingen en PPI’s blijven in pensioendiscussie over nieuwe Pensioenwet onderbelicht’
“Ter voorkoming van discussies, vragen wij om wet- en regelgeving, waarin duidelijk wordt welke mogelijkheden en eventuele beperkingen er voor progressieve premies zijn en een toelichting hoe afwijken
03 mei, 2021
Altijd op de hoogte
De ontwikkelingen in ons vakgebied staan nooit stil. Wij vinden het bijzonder belangrijk om zowel op de hoogte te zijn van deze ontwikkelingen, als deze kennis te delen en te onderbouwen. Hieronder vindt u verschillende artikelen, publicaties en uitspraken rondom pensioenrecht en aanverwante rechtsgebieden.