Eindloonregeling rechtsgeldig eenzijdig gewijzigd in premieregeling

Rechtbank doet uitspraak over wijziging pensioenregeling

Rechtbank Noord-Holland heeft op 28 mei 2025 uitspraak gedaan in een zaak waarin ons kantoor de gedaagde werkgever succesvol heeft bijgestaan. In deze zaak stond de vraag centraal of de werkgever haar pensioenregeling rechtsgeldig heeft gewijzigd en of het bedrijf verplicht was om een hogere compensatie te betalen aan haar (voormalige) werknemers als gevolg van de wijziging.

Waar ging de zaak over?

De zaak was aangespannen door een groep (voormalige) werknemers van de onderneming die stelden dat zij benadeeld waren door de manier waarop de pensioenregeling was gewijzigd.

De onderneming heeft haar pensioenregeling gewijzigd van eindloon naar een premieovereenkomst. De eindloonregeling kon niet worden voortgezet, omdat het pensioenfonds eind 2021 de uitvoeringsovereenkomst had opgezegd en andere uitvoerders geen eindloonregeling meer accepteerden. Vooruitlopend op de invoering van de nieuwe Wet toekomst pensioenen (Wtp), is gekozen voor een premieovereenkomst. De Wtp zorgt ervoor dat we van een systeem met een ‘vast’ (toegezegd) pensioen naar een systeem met een ‘onzeker’ of variabel pensioen gaan, middels opbouw in een premieovereenkomst. In deze premieovereenkomst wordt afgesproken hoeveel premie er door de werkgever en werknemer wordt ingelegd voor je pensioen. Deze premie wordt belegd. Bij goede beleggingsresultaten kan je pensioen sneller stijgen, maar bij tegenvallende beleggingsresultaten kan je pensioen dalen. Het bedrag dat wordt ingelegd staat vast, maar het bedrag dat wordt uitgekeerd staat niet vast, waardoor (onder meer) het risico van beleggen door deze regeling wordt verplaatst van de werkgever naar de werknemer.

Ter compensatie van deze wijziging heeft de werkgever, in overeenstemming met het bindend advies van een onafhankelijke commissie, een bepaald bedrag uitgerekend om aan haar medewerkers uit te keren in de vorm van extra loon . Specifieke bezwaren van de werknemers waren onder andere dat de werkgever met een te laag inflatiepercentage heeft gerekend, waardoor de compensatie te laag zou zijn. Ook zouden de verwachte carrièrestijgingen niet juist zijn bepaald en zou de communicatie rondom de wijziging van de de pensioenregeling gebrekkig zijn geweest.

De uitspraak van de rechtbank

De kantonrechter heeft de vordering van de werknemers afgewezen en de werkgever op alle relevante punten in het gelijk gesteld. De werknemers slaagden er niet in aan te tonen dat de wijziging van de pensioenregeling niet rechtsgeldig was. Ook hebben ze niet kunnen bewijzen dat de compensatieregeling van de werkgever een te laag percentage bevatte. De werkgever heeft haar compensatieregeling opgesteld op de manier zoals een onafhankelijke commissie in haar bindend advies heeft bepaald. De rechtbank oordeelde dan ook dat de werkgever de pensioenregeling wegens zwaarwichtige redenen eenzijdig mocht wijzigen en dat onvoldoende was gebleken dat de door de werkgever toegepaste compensatie onredelijk of te laag was.

Impact van de zaak

Deze uitspraak is relevant voor de praktijk, niet alleen voor de werkgever en haar (voormalige) werknemers, maar potentieel ook voor andere bedrijven die gegarandeerde pensioenregelingen wijzigen naar een premieregeling, als gevolg van de Wtp. Deze uitspraak onderstreept nogmaals het belang van zorgvuldigheid en transparantie bij het wijzigen van pensioenregelingen en de communicatie daarover richting de werknemers.

Meer actualiteiten

Altijd op de hoogte

De ontwikkelingen in ons vakgebied staan nooit stil. Wij vinden het bijzonder belangrijk om zowel op de hoogte te zijn van deze ontwikkelingen, als deze kennis te delen en te onderbouwen. Hieronder vindt u verschillende artikelen, publicaties en uitspraken rondom pensioenrecht en aanverwante rechtsgebieden.

Meer nieuws